" En écologie, l’abondance d’un organisme est le nombre total de cet organisme ou le nombre d’organismes par unité d’espace. La seconde définition réfère à la densité de la population de l’organisme. L’abondance, avec la répartition, est une mesure de base en écologie. Ces deux concepts reflètent l’influence qu’ont les facteurs biologiques et environnementaux sur un organisme. "
(http://fr.wikipedia.org/wiki/Abondance_(écologie))

"Het begrip abundantie (talrijkheid) is in het vegetatiekundig onderzoek aan levensgemeenschappen een maat voor het voorkomen van soorten op een bepaalde oppervlakte of in een bepaald volume."
(http://nl.wikipedia.org/wiki/Abundantie_(ecologie))

"Populatiedichtheid of populatiedensiteit is een term uit de ecologie die verwijst naar de hoeveelheid individuen van een populatie die zich binnen een geografisch begrensd gebied bevinden. Het drukt uit hoeveel individuen zich per oppervlakte- of volume-eenheid bevinden. Omgevingen vertonen vaak grote ruimtelijke en/of temporele variatie in populatiedensiteit, die te wijten zijn aan fluctuaties in biotische en abiotische kenmerken en eigenschappen van een habitat.

Bij planten spreekt men van abundantie en bij mensen van bevolkingsdichtheid."
(http://nl.wikipedia.org/wiki/Populatiedichtheid)